Grensoverschrijdend politiewerk in de Euregio Rijn

  • Availability In stock
  • Free shipping

Description

De grensoverschrijdende samenwerking tussen de politiediensten in de Europese Unie wordt gewoonlijk alleen bekeken door de bril van de opsporing. De politietaak omvat echter ook de handhaving van de openbare orde, het bieden van hulp in noodsituaties en de verlening van service. Wie een realistisch beeld wil krijgen van de aard en de omvang van de grensoverschrijdende politiesamenwerking, moet dus ook deze onderdelen van de politietaak in ogenschouw nemen. En dit gebeurt precies in dit boek. Hierin wordt op basis van nauwgezet onderzoek uiteengezet wat de samenwerking van de politie Limburg-Noord met de aangrenzende Duitse en Belgische politiekorpsen over de hele linie behelst, wat deze samenwerking in termen van organisatie en mankracht vraagt van dit korps en welke knelpunten zich ook naar het oordeel van de buitenlandse korpsen in deze samenwerking voordoen. Met het oog op een goed begrip van de uitkomsten van dit onderzoek worden in het eerste deel van deze studie de verdragsrechtelijke kaders voor de grensoverschrijdende samenwerking, de algemene organisatorische vormgeving van deze samenwerking en de inrichting van politie en justitie in de drie landen besproken.Het onderzoek laat zien dat er veel wellicht te veel wordt gedaan om de politile samenwerking in het Noord-Limburgse grensgebied behoorlijk te laten verlopen. En op een aantal terreinen en in veel specifieke gevallen verloopt deze samenwerking feitelijk ook goed, zeker gegeven de omstandigheden waarin zij moet plaatsvinden, bijvoorbeeld het afwijkende beleid van Nederland ten overstaan van softdrugs. Zij knelt aan de Nederlandse kant vooral in de hoek van de opsporing er is niet genoeg capaciteit om tijdig en voldoende te reageren op belangrijke verzoeken om rechtshulp uit Duitsland en Belgi. Om dit probleem van overbelasting van het korps aan te pakken, wordt onder meer aanbevolen om de gemeenschappelijke beeldvorming van de grensoverschrijdende criminaliteit verder te verbeteren, om in onderling beraad heldere operationele keuzes te maken omtrent de onderzoeken die voorrang moeten krijgen en om aan weerszijden van de grenzen recherchecapaciteit voor de aanpak van grotere opsporingsonderzoeken te oormerken.Monique Bruinsma is senior onderzoeker bij het onderzoeksinstituut IVA, verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Menno Jacobs is senior onderzoeker bij het onderzoeksinstituut IVA, verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Mireille Jans is onderzoeker bij het onderzoeksinstituut IVA, verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Hans Moors is hoofd afdeling Veiligheid Criminaliteit, Welzijn Zorg bij het onderzoeksinstituut IVA, verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Toine Spapens is senior onderzoeker bij het Departement Strafrechtswetenschappen, Faculteit Rechtswetenschappen, Universiteit van Tilburg. Cyrille Fijnaut is hoogleraar strafrecht en criminologie aan het Departement strafrechtswetenschappen, Faculteit Rechtswetenschappen, Universiteit van Tilburg.